Strategische financiële verkenning ruimtelijke ambities
Inleiding
Oss is een aantrekkelijke gemeente om te wonen, te werken en te leven. Steeds meer mensen zijn op zoek naar zo’n aantrekkelijke plek. De bevolking van Oss groeit de komende jaren en ook het aantal banen neemt nog steeds toe. De gemeente Oss heeft als gevolg daarvan grote ambities op het gebied van wonen en verstedelijken. We willen tot 2040 8.200 woningen bouwen, maar ook nieuwe bedrijventerreinen ontwikkelen. De woningbouw vindt voor een deel plaats in uitbreidingslocaties aan de westrand van de stad maar zal voornamelijk landen in onze bestaande binnenstad. Dit betekent veel voor onze stad. Deze ontwikkelingen leveren meer verkeersbewegingen op en dat heeft gevolgen voor de bereikbaarheid van de stad. Om de stad toch bereikbaar en leefbaar te houden zijn (ingrijpende) veranderingen aan het spoor, de wegenstructuur, de fietsstructuur en de openbare ruimte nodig. Om deze ambitie te realiseren willen we in deze begroting de middelen reserveren. Want dit soort grote ontwikkelingen kunnen veelal niet zonder gemeenschapsgeld gerealiseerd worden. Hierbij maken we onderscheid in drie grote opgaven:
- Spoorzone Oss
- Verstedelijking Oss
- Mobiliteitsopgave Oss
Vorig jaar is in de programmabegroting een eerste strategische financiële verkenning van deze ambities gemaakt. Nu actualiseren we deze in financiële zin. In deze begroting reserveren we geld voor de Mobiliteitsopgave Oss, de Spoorzone Oss en de Verstedelijking Oss. Het geld wat we apart zetten in deze reserves hebben we berekend op basis van grove financiële doorrekeningen. We vinden het verstandig om deze reserves op te bouwen omdat het forse investeringen zijn waarbij we ook cofinanciering nodig hebben van Rijk en Provincie.
De raad beslist over de plannen die betaald worden uit deze reserves. Vanzelfsprekend worden die plannen in overleg met de raad gemaakt en besproken.
Spoorzone Oss
(reserve “Fysieke Kwaliteit Leefomgeving”)
Hoe ziet het stedelijke gebied op en rondom het spoor eruit in 2050? Hoe kan met dit gebied een nieuwe impuls gegeven worden aan van het woon- en werkklimaat van de stad Oss? Wat kunnen de twee NS-stations hierin betekenen? Hoe verminderen we de barrière werking van het spoor in de stad Oss? Zodat ook de overgangen veiliger zijn en minder wachttijden opleveren voor het verkeer in Oss? Hoe transformeren we de spoorzone Oss naar een levendig en aantrekkelijk stedelijk gebied met ruimte, waarin nieuwe woon- en werkmilieus ontstaan.
In het komende jaar werken we aan deze ambitie in de Spooragenda met daarin een oplossing voor de barrièrewerking van het spoor dwars door de stad en de transformatie van het Centraal Station en Station Oss West. Ook de groei van het treinaanbod in de toekomst, waarvoor de verbreding van de spoorbrug bij Ravenstein nodig is en een toekomstbestendig goederenvervoer en nemen we in deze ambitie mee
Vorig jaar in de programmabegroting 2022-2025 hebben we een eerste financiële raming gemaakt van deze ambitie. Nu herijken we deze op hoofdlijnen. We ramen de totale ambitie op ruwweg EUR 350 miljoen. Als we uitgaan van cofinanciering door Rijk en Provincie zullen we, op basis van ervaringen, nog altijd minimaal 35% zelf moeten opbrengen. Dat is een bedrag van EUR 125 miljoen. Dit bedrag willen we via bestaande middelen in de begroting, toekomstige inkomsten uit het grondbedrijf en kostenverhaal in de begroting reserveren. Voor het restant zetten we, zoals gezegd, in op een stevige lobby om onze Spooragenda Oss in de periode 2023-2025 (en verder) op het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van te krijgen. Met onze reserveringen in de begroting zijn we ervan overtuigd dat we op een stevige manier het gesprek met Rijk en Provincie aan kunnen gaan.
Het bedrag van € 125 miljoen bestaat uit:
- Structureel bedrag van € 750.000 (vorig jaar nieuw toegevoegd in de begroting). Dit staat gelijk aan een investeringsbedrag van € 45 miljoen.
- Structureel bedrag, vanaf gereedkomen ontsluitingsweg Amsteleind en Noordelijke Ontsluitingsweg, van € 495.000 (jaarlijkse storting in de reserve bovenwijkse voorziening). Dit staat gelijk aan een investeringsbedrag van € 30 miljoen.
- Stortingen door het sparen van bovenstaande 2 posten inclusief standaard toegekende prijsstijgingen over structurele bedragen die in onze begroting beschikbaar zijn (tot aan realisatie investering). Dit staat gelijk aan een storting van € 20 miljoen.
- Stortingen door nog te realiseren winsten grondbedrijf en bijdragen bovenwijkse netwerkvoorziening. Dit staat gelijk aan een storting van € 29,5 miljoen.
Bij de berekening van de bedragen doen we de aanname dat de plannen uit de Spooragenda in 2037 gerealiseerd worden. Dat betekent dat tot die periode de winsten van het grondbedrijf en de bijdrage bovenwijkse netwerkvoorzieningen onze begroting hiervoor opzij gezet worden.
Verstedelijking Oss
(reserve “Binnenstedelijke Transformatie”)
Bij de verstedelijksopgave in Oss zetten we in op transformatie, herstructurering, verdichting en inbreiding. Hiervoor is het noodzakelijk dat ook de openbare ruimte wordt heringericht in de woongebieden, waarbij we rekening houden met onze ambities op het gebied van mobiliteit (autoluw en bevorderen fietsverkeer), klimaatrobuustheid, duurzame energie, groenblauwstructuren en verbetering verblijfskwaliteit. Voor de gebiedsontwikkelingen van het Euterpepark, Raadhuislaan, belastingkantoor, de (oude) zwembadlocatie en eventuele anderen ontwikkelingen is op basis van kengetallen heel grof berekend dat het gaat om een bedrag van circa EUR 45 miljoen. Bij binnenstedelijke ontwikkelingen is een deel van de kosten op termijn terug te verdienen of te verhalen. Een deel is niet terug te verdienen of te verhalen en noemen we een onrendabele top. Deze reserve Binnenstedelijke Transformaties is bedoeld voor deze onrendabele toppen.
De huidige reserve van € 10 miljoen is vorig jaar bij de programmabegroting 2022-2025 gevormd. In deze begroting stellen we voor om deze reserve met € 10 miljoen aan te vullen. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden van bijdragen/fondsen van Rijk, Provincie en Europa. Daarmee gaan we er van uit dat we deze ambitie op het gebied van verstedelijking kunnen realiseren.
We sparen het bedrag van € 20 miljoen als volgt bij elkaar:
- Incidentele storting programmabegroting van € 10 miljoen (vorig jaar toegevoegd in de begroting)
- Incidentele storting begroting 2023 – 2026 van € 10 miljoen
Mobiliteitsopgave Oss
(reserve “Mobiliteit”)
We willen meer bouwen in de stad en als gevolg daarvan komen er meer mensen wonen. Daarnaast willen we in de stad meer openbare ruimte maken om te verblijven en meer groen om de hitte in de stad te kunnen opvangen. Verstedelijken betekent ook op een andere manier kijken naar de ruimte die je hebt en keuzes maken in wat belangrijk is voor de openbare ruimte. . Daarnaast willen we de stap wagen naar duurzame mobiliteit voor een leefbare gemeente die zich verder kan ontwikkelen naar 100.000+ inwoners. Verstedelijking in de spoorzone vraagt om passende mobiliteitsintenties en benadrukt de noodzaak voor een oplossing voor de barrièrewerking van het spoor. Voor verplaatsingen binnen Oss willen wij het gebruik van de fiets stimuleren. Hiervoor is kwaliteitsimpuls nodig bijvoorbeeld voor de continuïteit van doorlopende fietsroutes, voorrangssituaties, verkeersveiligheid en comfort. Hiernaast is de bereikbaarheid van Oss van groot belang voor onze inwoners, bezoekers en bedrijven. Een goede doorstroming van het hoofdwegennet en op de aansluitingen op A50 en A59 is van cruciaal belang.
Hier liggen ook kansen voor verduurzaming van verkeersbewegingen en het stimuleren van duurzame mobiliteit, bijvoorbeeld door een dekkende laadinfrastructuur of gedeelde mobiliteit. In mobiliteitsprogramma werken we dit verder samen uit. Op basis van de huidige inzichten is heel grof doorgerekend voor welke mobiliteitsopgave we ongeveer komen te staan. Op basis van deze verkenningen ramen we deze mobiliteitsopgave op € 125 miljoen.
We stellen voor om € 40 miljoen te sparen in de reserve mobiliteit. Waarbij we ook hier zullen moeten inzetten op cofinanciering vanuit Rijk en Provincie. Een concreet voorbeeld hiervan is de versnellingsaanvraag die we onlangs indienden waarbij we het Rijk vragen om mee te financieren voor een tweetal fietsstraten met tunnel (Amsteleind en Ussen) en een fiets- en voetgangerstunnel bij Ravenstein.
We sparen het bedrag van € 40 miljoen als volgt bij elkaar:
- Structureel bedrag van € 470.000 (nieuw in de begroting). Dit staat gelijk aan een investeringsbedrag van € 17 miljoen;
- Incidentele stortingen in 2023 – 2026 (nieuw in de begroting). Dit staat gelijk aan € 23 miljoen
Voor de volledigheid nemen we in deze notitie een korte toelichting op over de reserve die we sparen voor de 1) Noordelijke Ontsluitingsweg en 2) de ontsluiting Amsteleind. Op basis van een verkenning van de kosten moeten we hiervoor € 50 miljoen sparen. We houden hier geen rekening met cofinanciering.
We sparen het bedrag van € 50 miljoen als volgt bij elkaar:
- Bestaande reguliere budgetten uit de programmabegroting;
- Bijdragen uit diverse reserves (IUP, Mobiliteit en Bovenwijkse voorzieningen).
- Bijdrage uit de toekomstige grondexploitatie Amsteleind.
Belangrijke kanttekeningen
- We rekenen onder andere met toekomstige winsten en afdrachten. Deze zijn nog niet gerealiseerd. Als er een dip komt in de woningbouw heeft dit consequenties voor de winsten van het grondbedrijf. Vandaar dat we deze doorrekening periodiek actualiseren;
- Het zijn eerste grove berekeningen van de ambities. Bij de verdere uitwerkingen komt er meer duidelijkheid over de cijfers. Dit kan leiden dat de kosten naar beneden of naar boven worden bijgesteld;
- Als uitgangspositie hebben we genomen dat het Rijk en Provincie een grote bijdrage gaan verrichten om onze ambities te realiseren. Als deze partijen niet de gewenste bijdrage leveren voor onze gewenste ambities dan zullen deze worden bijgesteld.
- De beheer- en onderhoudskosten van de plannen zijn nog niet meegenomen en worden bij uitwerking van de plannen uiteraard wel vertaald naar de programmabegroting.
- In de raming voor de Spooragenda is de verbreding van de spoorbrug bij Ravenstein niet meegerekend, omdat dit Hoofdrailinfrastructuur is die in het algemeen volledig door het Rijk wordt gefinancierd.