Bijlagen

3. Budgettair neutrale wijzigingen

3. Budgettair neutrale wijzigingen

In de programma’s staan in de tabel bij 'Wat mag het kosten?' budgettair neutrale wijzigingen. Dit zijn wijzigingen die niet inhoudelijk van aard zijn en per saldo geen geld kosten. Soms gaat het over wijzigingen binnen één programma, in andere gevallen zijn de wijzigingen programma-overstijgend. Volgens de voorschriften van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) moeten we deze wijzigingen zichtbaar maken en rapporteren. In deze bijlage lichten we de belangrijkste budgettair neutrale wijzigingen toe.

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

1. Zorg en welzijn

43

455

455

455

455

2. Werk, inkomen en onderwijs

79

-40

-40

-23

-23

3. Ontmoeten, sport en cultuur

241

1.625

1.332

1.175

1.170

4. Klimaat, energie en openbare ruimte

1.938

2.673

2.412

2.382

2.407

5. Economie

56

182

125

95

100

6. Stadscentrum

21

160

115

153

206

7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit

-44

220

268

329

335

8. Veilige omgeving

152

320

320

320

320

9. Besturen in verandering van tijden

103

1.290

1.125

984

1.429

10. Financieel beleid

-2.591

-6.885

-6.112

-5.870

-6.399

Totaal wijzigingen

0

0

0

0

0

Toelichting wijzigingen boven de € 100.000

De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • Het investeringskrediet voor de Nicolaasschool wordt verhoogd van € 11.209.307 (raadsbesluit januari 2022) naar € 11.497.256. Dit doen we budgettair neutraal omdat dit geen effect heeft op de hoogte van de jaarlijkse kapitaallasten. We voegen de grondkosten toe van € 708.300. De sloopkosten € 420.421 worden betaald uit de grondexploitatie.
  • Het uitkeringsbudget (BUIG) wordt budgettair neutraal geboekt. Het definitieve BUIG budget 2022 is vastgesteld op € 27.003.752. Dit is een verlaging ten opzichte van het voorlopige budget 2022 van € 29.461.696. We passen de geraamde inkomsten en uitgaven hierop aan (€ +/- € 2,5 miljoen).
  • Binnen de activiteit subsidiëring recreatie staan 3 subsidies die we onder een andere activiteit willen verantwoorden.Het budget subsidie Landschapsbeheer en het budget subsidie Landerij van Tosse verhuist naar de activiteit dagelijks beheer groen. De subsidies Beestenberg en speeltuin Elkerlyck brengen we onder bij de activiteit buurt- en dorpshuizen. Daarnaast nemen we € 6.000 structureel op voor het Toeristisch Informatiecentrum Lith. Deze mutaties vragen geen extra budget en verlopen budgettair neutraal (verschuiving tussen programma's).
  • We voegen de groot onderhoudsbudgetten van verkeer en groot onderhoud wegen samen tot één budget, omdat dit in de praktijk samen oploopt. Structureel € 95.000.
  • Binnen het formatieplan van team IBOR-Afval nemen we 10 fte met afstand tot de arbeidsmarkt op. De huidige tien medewerkers, met afstand tot de arbeidsmarkt, van de IBN, die werkzaam zijn op het duurzaamheidsplein / demontagehal, krijgen een vast contract bij de gemeente Oss. De verminderde loonwaarde wordt gecompenseerd door de loonkostensubsidie (€ 176.000).
  • We ontvangen van het rijk een specifieke uitkering en een aanvullende uitkering van in totaal circa € 2,1 miljoen. Deze uitkering wordt verstrekt zodat kwetsbare huishoudens in huur- en koopwoningen ondersteund kunnen worden bij het nemen van maatregelen om op korte termijn de energierekening te verlagen. Bedoeld voor ondersteuning van huishoudens (huurders en eigenaar bewoners) met een laag besteedbaar inkomen die te maken hebben met hoge energielasten als gevolg van gestegen energieprijzen in combinatie met de lagere energetische kwaliteit van de woningen. We hebben een raming gemaakt van de besteding in 2022 en 2023.
  • We storten € 1.441.237 in de voorziening te verwachten exploitatieverliezen. Vanuit de verwachte resultaten uit verlieslatende grondexploitaties is de benodigde storting in de voorziening berekend. We storten in deze voorziening vanuit de ABR.
  • Conform de verslagleggingsvoorschriften (BBV) hebben we de begrotingsjaarschijven van het grondbedrijf meegenomen in deze begroting. Hiervoor verwijzen we naar het Najaarsbericht van het grondbedrijf en de paragraaf grondbeleid.  
  • De boekwinst van de verkoop van het voormalig gemeentehuis in Geffen storten we terug in de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf.
  • We nemen voor het jaar 2026 van het vervangingsplan ICT nieuwe kapitaallasten op in de begroting. Deze extra kapitaallasten vangen we op door de vrijval van kapitaallasten vanuit de staat van activa. Hier zien we extra vrijval tussen de jaren 2025 en 2026.
  • We hebben een voordeel vanuit de kostenverdeelstaat van een bedrag van € 750.000 doordat we meer kosten doorbelasten naar rendabele activiteiten. Een groot deel hiervan wordt veroorzaakt door reguliere loonstijging van 3,9% die is doorgevoerd. Deze stijging zetten we in als dekking voor de stelpost loon- en prijsontwikkeling.
  • We passen de begroting aan met indexeringen voor de volgende posten:
    • Voor loon- en prijsstijgingen verhogen we de gemeentelijke bijdragen 2023 aan diverse gemeenschappelijke regelingen. Dit betreffen de GGD Hart voor Brabant, het Brabants Historisch Informatie Centrum, het Werkvoorzieningschap en de Veiligheidsregio Brabant Noord. De extra indexeringskosten van deze GR's bedragen afgerond € 500.000. We betalen dit uit de stelpost loon- en prijscompensatie.
    • We verhogen de subsidies van onze professionele instellingen elk jaar voor jaarlijkse loonstijgingen en prijsstijgingen. Bij gesubsidieerde professionele instellingen is in zijn algemeenheid sprake van een 80/20-verhouding tussen het loongevoelige en prijsgevoelige deel van de uitgaven. Voor budgetsubsidies wordt voor de compensatie van loonstijging uitgegaan van de specifieke CAO-ontwikkelingen per sector en voor de compensatie van prijsstijging wordt uitgegaan van een inflatie van 2,3% (% overheidsconsumptie netto materieel 2023).Bij de overige subsidies zoals professionele instellingen zonder budgetovereenkomst en niet-professionele organisaties wordt ook dit percentage van 2,3% voor prijscompensatie gehanteerd. In totaal halen we € 573.000 uit de stelpost loon en prijscompensatie.
    • We houden rekening met een indexatie van de raamovereenkomst met het Golfbad. Op basis van de overeenkomst vindt dit plaats op basis van CPI percentage (voorlopig 10,3%). Dit is een bedrag van € 176.000 en halen we uit de stelpost loon en prijscompensatie.
    • We verhogen de budgetten voor energie (openbare verlichting, sporthallen en terreinen, gemeentelijk vastgoed). De kosten van energie (gas en elektra) stijgen explosief.  De kosten stijgen in 2023 naar verwachting met € 2,4 miljoen en we verwachten dat dit meerjarig "afzwakt" naar een stijging van € 1,2 miljoen. In 2023 is het energie contract regionaal opnieuw aanbesteed en de prijzen worden hierin gefaseerd vastgezet. Sinds juli 2022 hebben de energiemarkten zich nog onstuimiger ontwikkeld. In juli 2022 gingen we uit van een stijging van 40 tot 50%. Sinds augustus is dit met 150% gestegen ten opzichte van juli 2022.  We betalen deze kostenstijging uit de stelpost loon- en prijscompensatie.
    • We passen de begroting aan vanwege indexeringen voor het onderhoud van de openbare ruimte. De inflatie van bijvoorbeeld grond-, weg- en waterbouw is in 2022 ruim 22%. We kennen extra inflatie toe van ruim € 2 miljoen. We halen dit uit de stelpost voor loon- en prijscompensatie.
    • We indexeren de budgetten voor het jaar 2023 van diverse organisatiekosten (opleidingskosten/ overige personeelskosten etc). Dit is een bedrag van € 241.000 en we halen dit uit de stelpost voor loon- en prijscompensatie.
    • We indexeren de kosten van brand- en stormverzekering met jaarlijks € 103.000.  Dit is een inhaalslag van voorgaande jaren. We halen dit bedrag uit de stelpost voor loon- en prijscompensatie. Daarnaast krijgen we volgend jaar de effecten vanuit een nieuwe aanbesteding. De effecten hiervan zijn nog niet begroot.
    • We indexeren een aantal grote projecten omdat deze te maken hebben met forse prijsstijgingen:
      • Noordelijke randweg fase 1: € 24.000 structureel
      • Spoorzone en westelijke ontsluitingsweg: € 94.000 structureel
      • Storting in de reserve mobiliteit voor ruimtelijke ambities: € 31.000 structureel
      • Afbouw, installatie en interieur Warenhuis: € 54.000 structureel vanaf 2026
      • Exploitatie warenhuis: € 61.000 vanaf 2025
    • We indexeren de budgetten van WMO huishoudelijke hulp met extra 1,13% voor 2022. De VNG roept dringend op om de loongebonden component van alle tarieven in de  Wmo per 1 januari 2022 met 1,13% te verhogen, met uitzondering van de materiële componenten. De extra kosten van € 97.000 betalen we uit de stelpost voor loon- en prijscompensatie.
    • Als gevolg van stijgende inflatie verhogen we de budgetten van IBN (€ 17.000), cultuurtechnische werken (€ 65.000) en bouwkundig onderhoud (€ 67.000).  
    • In de kadernota heeft de ODBN aangegeven dat de lonen en de prijzen vanaf 2022 stijgen met 1,7%. Dit betekent dat onze kosten voor de basis- en verzoektaken die de ODBN voor ons verzorgd ook verhoogd worden. Het gaat om een bedrag van € 38.000. Dit betalen we uit de stelpost loon- en prijscompensatie.
Deze pagina is gebouwd op 11/21/2022 11:53:09 met de export van 11/21/2022 11:37:28